Doelen volgens KNVB richtlijnen

Welke afmetingen en andere eigenschappen hebben de diverse doelen, en wat is handige informatie voor de vereniging om aan de eisen en aanbevelingen te kunnen voldoen? De KNVB geeft hier hele duidelijke richtlijnen over die wij graag met jullie delen.

11 tegen 11

  • De doelen dienen in het lood op de daarvoor aangegeven plaatsen te worden aangebracht.
  • De binnenwerkse maten van het voetbaldoel zijn 7,32 x 2,44 x 1,50 m.
  • Doelpalen en -lat behoren dezelfde breedte te hebben en wel tussen 10 en 12 cm.
  • De doellijn is even breed als de doelpaal en -lat (zie hoofdstuk 3 van de KNVB richtlijnen).
  • De doelen moeten zijn voorzien van doelnetten (zie hoofdstuk van de KNVB richtlijnen).
  • De doelpalen en -lat moeten helder wit zijn (RAL 9010).
  • Doelen moeten zijn verankerd in de grond.
  • Het gebruik van verplaatsbare doelen is niet toegestaan.
  • Doelpalen en -lat moeten zijn gemaakt van hout, metaal of ander goedgekeurd materiaal. Zij mogen vierkant, rechthoekig, rond of ovaal zijn.
  • De doelen moeten voldoen aan de norm NEN-EN 748. Eventuele spanstangen voor het ‘opspannen’ van netten, moeten minimaal 2,00 m. uit de doellijn staan, in één lijn met de doelpaal. Op een afstand van 3,50 m. uit de doellijn mogen de spanpalen worden geplaatst op 0,50 m. uit de lijn met de doelpaal.

8 tegen 8 / 7 tegen 7 / 6 tegen 6

  • De binnenwerkse maten van het voetbaldoel zijn 5,00 x 2,00 x 1,50 m.
  • Doelpalen en -lat behoren dezelfde breedte te hebben en wel tussen 6 en 12 cm.
  • De doelen moeten zijn voorzien van doelnetten (zie hoofdstuk 6 van de KNVB richtlijnen).
  • De doelpalen en -lat moeten helder wit zijn, dan wel een aluminiumkleur hebben.
  • Verplaatsbare doelen moeten een duidelijke verankering hebben op tenminste drie punten.
  • De doelen moeten voldoen aan de norm NEN-EN 748.

4 tegen 4 / 2 tegen 2

  • De binnenwerkse maten van het voetbaldoel zijn 3,00 x 1,00 m.
  • Doelpalen en -lat behoren dezelfde breedte te hebben en wel tussen 6 en 8 cm.
  • De doelpalen en -lat moeten helder wit zijn, dan wel een aluminiumkleur hebben.
  • Bij dit type doeltjes is normaliter verankering niet nodig, mits voorzien van voldoende steunvlak.

 

Afwijkende kleuren
Aluminiumkleurige doelen zijn niet geoorloofd bij het 11 tegen 11-voetbal. Het is evenmin toegestaan de onderzijde van de palen van een andere kleur verf te voorzien.

Deuken
Kleine deuken in een doelpaal zijn niet direct bezwaarlijk, mits geen scherpe randen of open kanten zijn ontstaan. Bij deuken dieper dan 2 cm. of openingen in de doelpaal is vervanging verplicht.

Open nethaken
In de Europese norm NEN-EN 748 staat aangegeven dat open nethaken geen aanbeveling verdienen, vanwege het risico dat er kleding of lichaamsdelen achter kunnen blijven haken. De KNVB onderschrijft deze norm.

ADVIES

Zogenaamde P-doelen of doelen met een andere vorm van netbevestiging, zoals spanstangen, zijn toegestaan mits deze blijvend in het lood zijn gesteld. P-doelen hebben als voordeel dat de vereniging er gemakkelijker kan maaien wanneer het net is opgeklapt. Een nadeel is dat P-doelen vaak achterover hangen en uit het lood komen te staan. Een voldoende diepe bodemverankering is dus belangrijk. Een zwak punt blijkt nogal eens de hoekconstructie te zijn. Gelaste hoekconstructies bieden doorgaans meer stevigheid.

Doelhoogte
Het is verstandig om de doelhoogte instelbaar te laten zijn. Gebleken is dat het ‘uitvullen’ van de doelgebieden tot ophoging leidt, zodat de doelhoogte na enige tijd niet meer correct is. In de Spelregels staan geen toleranties ten aanzien van deze hoogte aangegeven. De KNVB gaat ervan uit dat de vereniging de doelhoogte in ieder geval aan het begin van het seizoen opmeet en zo nodig aanpast.

Verbindingen
Hoekverbindingen moeten zodanig zijn geconstrueerd dat doelpaal en doellat één geheel vormen, zonder scherpe uitsteeksels. Bouten, moeren, nethaken en verstevigingstukken moeten zo nodig worden weggewerkt. Breng ondersteunende beugels zodanig aan, dat deze niet leiden tot verandering van het doelvlak en dat de bal daardoorheen niet het doel weer kan verlaten. De kokers waarin de doelen staan, moeten voldoende diep zijn en mogen niet boven het maaiveld uitsteken.

Verplaatsbare doelen
De Spelregels sluiten het gebruik van verplaatsbare doelen niet uit. De International Board geeft wel aan dat deze doelen deugdelijk in de grond moeten worden verankerd. De KNVB heeft echter besloten deze regel niet over te nemen en het gebruik van verplaatsbare doelen in beginsel te verbieden voor het 11 tegen 11-voetbal.

Voor een aantal gebruikssituaties geldt een uitzondering:

Tijdelijk gebruik
In bepaalde, tijdelijke situaties, zoals bij renovatie van een veld, kan het gedurende korte tijd nodig zijn gebruik te maken van verplaatsbare doelen. Verankering of verzwaring is in dit soort situaties altijd verplicht.

Verankering verplaatsbare doelen
Breng bij gebruik van verplaatsbare doelen een verankering aan op tenminste twee punten; het best aan de buitenzijde van het grondvlak. De scheidsrechter of spelleider moet toezien op een deugdelijk aangebrachte verankering die geen gevaar oplevert. Er zijn ook doelen waarvan het bodemraam te verzwaren is met vaste of afneembare gewichten. Dit is een goed alternatief, mits de vereniging de verzwaring consequent aanbrengt en erop toeziet dat het verzwaarde deel op de grond ligt.

Verplaatsen
Maak verplaatsbare doelen die niet in gebruik zijn, buiten de uitlopen met een ketting en stevig slot vast aan elkaar, aan de omrastering of aan een gebouw. Zo kan niemand deze zonder toezicht verplaatsen of als speeltoestel gebruiken.Volg eenzelfde handelswijze bij verplaatsbare doelen van de trainingsvelden.
Nog een advies: verplaats de doelen in plaats van te slepen. Dit kan het best onder toezicht en met minimaal vier personen. Verslepen tast namelijk vaak de hoekverbinding aan. Het gebruik van verplaatsbare doelen met gelaste hoekverbindingen verdient dan ook de voorkeur. Voor het verplaatsen zijn ook speciale karretjes verkrijgbaar.
Let er bij aankoop op dat de doelen voldoende grondvlak hebben in relatie tot het opstaande doelvlak. De NEN-EN norm beveelt 2,00 m. aan. Verplaatsbare doelen dienen op een voldoende vlakke en stabiele ondergrond te worden geplaatst. Het gebruik van verplaatsbare (pupillen)doelen met scharnierende zijsteunen, is verboden.

Inklapbare doelen
Een bijzondere variant van verplaatsbare doelen zijn de inklapbare doelen. Het doelframe is voorzien van een (dubbel) scharnierende constructie, die het mogelijk maakt het doel in zijn geheel tegen de afrastering te schuiven en zo de uitloop vrij van obstakels te houden. Dit type doelen is veel in gebruik bij kunstgrasvelden, omdat het hierop lastig is de verplaatsbare doelen goed te verankeren. Een nadeel bij de inklapbare doelen is dat deze altijd op dezelfde positie staan, waardoor de natuurgras-/kunstgrasmat op deze plek (doelgebied) harder slijt.

Bron: KNVB